Inleiding
Voor u ligt de Voorjaarsnota 2019. Deze voorjaarsnota is een rapportage over de eerste drie maanden van het jaar. In deze tussentijdse rapportage melden wij recente mee- en tegenvallers ten opzichte van de Begroting 2019. Daarmee schetsen wij het financiële kader voor de Begroting 2020. Het beleidsmatige kader voor de Begroting 2020 is vastgelegd in de Perspectiefnota 2019-2023.
Voorjaarsnota op hoofdlijnen
In deze voorjaarsnota geven wij een prognose van de uitkomsten van de Jaarstukken 2019. Verder scheppen we het financiële kader voor de meerjarenbegroting. Daarvoor actualiseren we de budgetten binnen het bestaande beleid. Ook rapporteren we over de voortgang van de invulling van de taakstellingen en melden we de voortgang van de geplande investeringen.
Meer informatie over de inhoud en de opbouw van de voorjaarsnota, vindt u in de leeswijzer.
Uitgangspunten
Bij de samenstelling van de meerjarenbegroting gelden de volgende uitgangspunten:
- Uitgangspunt is dat het bestaande gemeentelijke voorzieningenniveau, met inachtneming van hetgeen door de gemeenteraad is besloten, in de meerjarenbegroting wordt gehandhaafd. Daar waar sprake is van bijstellingen of ombuigingen, waardoor wordt ingegrepen op het voorzieningenniveau, zal dit expliciet worden vermeld.
- Om het voorzieningenniveau te kunnen handhaven, is een stelpost opgenomen voor de jaarlijkse indexering voor loon- en prijsstijgingen. De omvang van deze stelpost is gelijk aan de trendmatige verhoging van gemeentelijke belastingen plus de nominale groei van de Algemene uitkering.
- De vervangingsinvesteringen, die noodzakelijk zijn om bedrijfsmiddelen op een adequaat kwaliteitsniveau te kunnen handhaven, zijn meegenomen in de berekeningen.
- Wij streven naar kostendekkende tarieven voor gemeentelijke heffingen en leges.
- In de meerjarenbegroting is een jaarlijkse stelpost voor onvoorziene uitgaven opgenomen van € 165.000.
- De (meerjaren)begroting dient sluitend te zijn.