1J. Inkomensvoorziening | Bijstelling 2019 | Bijstelling 2020 | Bijstelling 2021 | Bijstelling 2022 | Bijstelling 2023 |
---|---|---|---|---|---|
bijstelling rijksbijdrage inkomensvoorziening (BUIG) | -127 | ||||
Bijzondere bijstand | 25 | ||||
Saldo van baten en lasten | -102 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Mutatie reserve | |||||
Totaal resultaat | -102 | 0 | 0 | 0 | 0 |
BUIG
Het Rijk heeft het macrobudget naar beneden bijgesteld. Aanleiding voor deze bijstelling zijn positieve conjuncturele ontwikkelingen en een positieve landelijke realisatie in 2018.
Als gevolg daarvan is het voorlopige rijksbudget (BUIG) gedaald van € 8.363.000 (septembercirculaire 2018) naar € 8.088.748 op basis van de actuele informatie van het Rijk.
Deze budgetdaling leidt tot een toename van het tekort op basis van gelijkblijvende realisatie 7,6% naar 12,2%. Het eigen risico neemt toe van € 668.113 naar € 794.955, een verschil van € 127.000.
Het deel van het tekort tussen de 7,5% en 12,5% komt voor de helft voor rekening van het eigen risico. Voor de andere helft, € 188.298, kan de gemeente een aanvraag indienen voor een Vangnetuitkering Participatiewet bij het Rijk.
Deze budgetverlaging werkt waarschijnlijk door in de jaren na 2019. Dit kan een stijging van het eigen risico betekenen. De verwachting is dat medio 2019 hierover een duidelijker beeld ontstaat. Een nadere toelichting volgt dan ook in de Najaarsnota. Voor het moment houden we rekening met een structureel eigen risico van 7,99%.
Bijzondere bijstand
Voorgesteld wordt om vooralsnog € 25.000 (3%) incidenteel af te ramen van het budget Bijzondere bijstand. In 2018 is € 73.000 minder uitgegeven als begroot aan o.a. beheerskosten en inrichtingskosten. De realisatie van het eerste kwartaal lijkt deze lijn voort te zetten.